Door Martien Kuitenbrouwer op 14 januari 2014

De Gulden Winckelbuurt

Onlangs stond er een prominent stuk in de bijlage van Het Parool over de Gulden Winckelbuurt. Onze stadsdeelvoorzitter Martien Kuitenbrouwer schrijft in haar blog een reactie op dit artikel:

Beter kleine stappen vooruit dan frustrerende grote ambities

Ik vond het een mooi en eerlijk portret van de taaie werkelijkheid van misschien wel de meest ingewikkelde wijk van West. De buurt ligt achter de Bos en Lommerweg en grenst aan de A10. Journalist Bas Soetenhorst volgde maandenlang buurtwerker Enrico Kruydenhof bij zijn dagelijkse gevecht om vooruit te komen in een wijk waar mensen in de eerste plaats bezig zijn met overleven.

Na de publicatie ontstond er veel discussie. ’s Avonds was er een debat op Radio 1 en PvdA wethouder Pieter Hilhorst reageerde in Het Parool. In het artikel en de reacties daarop ging het veelal over de huidige discussies rond ‘eigen kracht’ en de ‘participatiesamenleving’. Dat verbaasde mij wel omdat het niet de opdracht van Enrico is zulke dingen als ‘sociaal doe het zelven’ van de grond te krijgen. Het moge duidelijk zijn dat de vaak arme bewoners in de Gulden Winckelbuurt niet als eerste prioriteit hebben om via Facebook recepten voor zelfgekweekte vergeten groenten uit te wisselen.

Overleven

In de Gulden Winckelbuurt wonen relatief veel criminele jongeren uit de Top 600, zijn er veel straatincidenten en kleine criminaliteit en dat alles wordt maar nauwelijks gemeld bij de politie. Uit het stuk werd dan ook schrijnend duidelijk dat de gezinnen in die buurt al hun energie nodig hebben om te overleven en weinig gelegenheid hebben buiten hun eigen voordeur te kijken.

De kunst van Enrico en het Buurtpraktijkteam is dan ook niet om met torenhoge ambities te werken, zoals iedereen vrijwilligerswerk te laten doen of zich te laten storten op gezellig straattheater. Het is al heel wat als wat ouderen een aantal avonden op een speeltuin willen passen. Aan de reacties zie je dat het voor mensen die ver van de praktijk af staan het vaak moeilijk is deze kleine stappen op waarde te kunnen schatten. Terwijl ze van onschatbare waarde zijn.

Subtiel dagelijks werk is nodig

De overheid en het stadsdeel hebben vaak grote ambities en willen graag grote en meeslepende stappen zetten. Maar is die buurt wel klaar voor de ‘participatiesamenleving’? Wij hebben, denk ik, vaak te hoge verwachtingen. Maar in die buurt worden wel met succes en gestaag veel belangrijke kleine stappen gezet. Daar wil ik een pleidooi voor houden; dat werk is subtiel en draait om dagelijkse aanwezigheid.

En dat werkt – de leefbaarheid is in deze buurt volgens de stedelijke leefbaarheidsmonitor in twee jaar gestegen van een 6,3 naar een 6,9. Dit is een grote stijging. Mij maak je niet wijs dat dat niet vooral komt door het dagelijkse harde werk van Enrico en het Buurtpraktijkteam. Zeer belangrijk werk, waar wat mij betreft veel meer aandacht en waardering voor moet komen. Het werk lijkt misschien voor buitenstaanders op ‘small steps’ , maar het zijn ‘giant steps’ voor het vertrouwen in de buurt en de mensen die er wonen.

Martien Kuitenbrouwer

Martien Kuitenbrouwer

“Als stadsdeelbestuurder heb je te maken met alle grote, stedelijke probelemen, maar tegelijkertijd is een stadsdeel ook een soort dorp. Je praat niet alleen maar: je bent ook aan het doen. Dat vind ik erg belangrijk. Ik wil dat iedereen zich in West prettig en veilig kan voelen en dat kinderen, van jongs af aan,

Meer over Martien Kuitenbrouwer