Door Martien Kuitenbrouwer op 17 juli 2013

Wat kunnen we doen aan excessief geweld?

Terecht komt het probleem van excessief geweld bij Marokkaanse jongeren op de agenda, ook binnen de Marokkaanse gemeenschap zelf. Hier in West merken we er alles van. Zo laat de schietpartij in de Staatsliedenbuurt in december vorig jaar nog steeds zijn sporen na, ook in Bos en Lommer waar de omgekomen jongens woonden.

In de discussie over geweld onder jonge Marokkaanse jongens vorige week stelde een jongerenwerker dat de jonge mannen die nu pistolen gebruiken als kinderen en tieners te weinig in beeld waren. Dat is natuurlijk iets wat we ons aan moeten trekken. Natuurlijk eindigt niet elk kind waar je je niet mee bemoeit met een pistool. Maar de jongerenwerker heeft gelijk als hij zegt dat zorgelijk gedrag wat kan uitmonden in criminaliteit ook niet vanzelf begint bij een jaar of 18. De kiem voor ontsporing wordt vaak al heel vroeg gelegd. En om dat goed te kunnen zien en bij te sturen moet je er met je neus bovenop zitten. Ook in West zie ik in bepaalde buurten zorgelijk gedrag onder jonge kinderen. Kinderen die al op vroege leeftijd een harde straatcultuur geadopteerd hebben en voor niks en niemand bang lijken.

Het Buurt Praktijk Team, dat sinds een paar maanden in de Gulden Winckelbuurt zit, signaleert: ‘Het is ongelofelijk hoeveel negatief gedrag er is onder jonge kinderen. Er wordt ontzettend veel gepest. Ouders lijken hun kinderen niet te corrigeren en soms zie je ook dat ze het negatieve gedrag juist van hun ouders hebben.’

Corrigeren

In de Gulden Winckelbuurt in Bos en Lomer was dit voor ons in juni aanleiding voor een uitvoerig gesprek met mensen die hier wonen en werken. Wat opvalt is inderdaad dat kinderen niet gecorrigeerd worden, een laag zelfbeeld hebben, en dat professionals moeilijk een duidelijke lijn kunnen uitzetten met een duidelijke boodschap.

Dit klinkt pessimistisch, maar ik zie wel dat door er een groot punt van te maken, en pesten niet af te doen als kindergedrag, je de situatie kunt verbeteren. Je moet er bovenop zitten, één boodschap hebben en niet loslaten. Om kinderen te helpen opvoeden kunnen wij als stadsdeel een belangrijke bijdrage leveren.

Oogst aan wapens

Ondersteunen bij de opvoeding en een alternatief bieden voor de straatcultuur bij jonge kinderen is één ding. Maar ook zullen we heel serieus en streng zijn ten aanzien van wapenbezit. Hier past geen coulance. Erg lastig is het voor een stadsdeel om controle uit te oefenen op de vuurwapens waar die jongeren blijkbaar zo makkelijk aankomen. Dat is een verantwoordelijkheid van de politie. Ik schrik ook steeds van de oogst aan wapens bij het preventief fouilleren. Er is veel discussie over nut en noodzaak van dat fouilleren, maar als je ziet hoeveel wapens er zijn is het belangrijk om dit op alle manieren tegen te gaan.

Geweld en wapenbezit moeten ook besproken worden in gezinnen, moskeeën en koffiehuizen. Het is een illusie dat de politie en andere professionals dit alleen kunnen oplossen. We moeten daarom allemaal aan één kant staan en het geweld openlijk en keihard afwijzen.

Ik wil ook de oproep doen dat mensen die weten dat jongens wapens hebben dit melden bij de politie. Ik kan me voorstellen dat melden eng is, maar zoek dan medestanders zodat je niet alleen staat. Alleen door hand in hand te staan kunnen we dit tegengaan.

Martien Kuitenbrouwer

Martien Kuitenbrouwer

“Als stadsdeelbestuurder heb je te maken met alle grote, stedelijke probelemen, maar tegelijkertijd is een stadsdeel ook een soort dorp. Je praat niet alleen maar: je bent ook aan het doen. Dat vind ik erg belangrijk. Ik wil dat iedereen zich in West prettig en veilig kan voelen en dat kinderen, van jongs af aan,

Meer over Martien Kuitenbrouwer