Door Martien Kuitenbrouwer op 17 maart 2013

“Er is geen Marokkanenprobleem, maar er zijn wel problemen met Marokkanen”

Donderdag 14 maart organiseerden we in Podium Mozaïek aan de Bos en Lommerweg een groot debat van en met Marokkaanse Amsterdammers. Aanleiding vormde het aangekondigde ‘Marokkanendebat’ in de Tweede Kamer. Buurtbewoner Arie Boomsma leidde virtuoos het gesprek.

Wij wilden in West waar – samen met Nieuw West – 42 duizend Marokkaanse Amsterdammers wonen, ons eigen ‘Marokkanendebat’ voeren. Een debat niet over, maar dóór Marokkanen. Onderwerpen waren wat er goed gaat, wat er soms pijnlijk heel erg fout gaat en de mogelijke oplossingen. Iedereen was het erover eens dat er geen ‘Marokkanenprobleem’ is, maar dat er wel problemen met Marokkanen zijn.

De zaal zat vol met bijna tweehonderd mensen. De sfeer was opvallend goed. Centraal stond het grote en goed gebekte panel van allemaal jonge en zelfbewuste Marokkaanse Amsterdammers. Het panel bestond onder andere uit studenten, jongerenwerkers, politiemensen, politici als Ahmed Marcouch, jongerenimam Yassin Elforkani, majoor van de landmacht Mostafa Hilali, mannen en vrouwen. Arie Boomsma is goed bekend in de buurt en gaf ontspannen en ontwapenend ieder het woord.

Geen taboes

Het begin van het debat ging over de goede dingen, dat maakte direct veel energie los. Doel was ook om het ongemak weg te nemen. Moesten deze panelleden wel over dit onderwerp praten? Maken zij deel uit van een ‘probleem’ en zijn zij degenen die het op zich moeten nemen om het op te lossen? Voor het debat maakte het eigenlijk niet uit wat hun positie is. Statistisch gezien is er een probleem met criminaliteit en overlast. Dat is een maatschappelijk kwestie waarover gesproken moet worden, en niemand uit het panel ontkende dat. Er waren geen taboes.

Wel waren er grote verschillen tussen hoe de panelleden hun eigen rol zien. Het ene panellid benadrukte de positie van de jongens en verklaarde waar hun gedrag vandaan komt. Een ander benadrukte het belang ervan om die jongens met hun gedrag te confronteren, zoals majoor Mostafa Hilali, die ook in West woont. Hij gaf een raak voorbeeld van inconsequent denken in de Marokkaanse gemeenschap: Jongens zijn vaak kwaad omdat ze in discotheken geweigerd worden. Maar diezelfde jongens sturen hun zussen autoritair terug naar huis als ze die in het centrum van de stad tegenkomen. Als hij jongens confronteert met het onredelijke van die houding, begrijpen ze niet wat hij bedoelt.

Nuchtere vrouwen

De avond leverde een gemengd beeld op van wat er allemaal speelt en wat daaraan gedaan kan worden. Maar het leidde niet tot heldere antwoorden en praktische oplossingen die in acties te vertalen zijn. Zulke oplossingen krijg ik wel bij gespreken met vrouwen in de buurt. Deze vrouwen zij nuchter en zeggen: ‘Wij moeten niet wegkijken, we moeten de ouders van die jongens aanspreken, en eisen van de politie, de scholen en de woningcorporaties dat ze hun werk goed doen.’ Dat die vrouwen zulke eisen stellen is een vorm van emancipatie; instituties hebben deze groep vaak als onmondig behandeld en zo de problemen mede veroorzaakt.

Het is nieuw dat deze vrouwen eisen stellen aan onderwijs, veiligheid en huisvesting. Dat is belangrijk. Maar ze zijn dit niet gewend en moeten gesteund worden om hun stem te gebruiken. Zij hebben de steun nodig van instituties, maar ook van de Marokkaanse voorhoede van mensen uit het panel. Daarmee kunnen hun geluiden wereldkundig worden.

Martien Kuitenbrouwer

Martien Kuitenbrouwer

“Als stadsdeelbestuurder heb je te maken met alle grote, stedelijke probelemen, maar tegelijkertijd is een stadsdeel ook een soort dorp. Je praat niet alleen maar: je bent ook aan het doen. Dat vind ik erg belangrijk. Ik wil dat iedereen zich in West prettig en veilig kan voelen en dat kinderen, van jongs af aan,

Meer over Martien Kuitenbrouwer