Door Martien Kuitenbrouwer op 25 november 2013

Wolf

Vorige week gingen we met de staf Veiligheid en mensen van streetcornerwork en jongerenwerk naar de film Wolf in het Ketelhuis. De film geeft een indringende inkijk in de wereld van Marokkaanse jongens die zich in een rap tempo ontwikkelen van tasjesdieven tot vuurwapengevaarlijke overvallers. Het mooie van de film is dat hij niet alleen over misdaad gaat, maar ook over hun leefwereld; over hun ouders, broers en zussen, hun vrienden en de straat. Ik vind het een geweldige film. Hij kreeg een Gouden Kalf en is verkocht aan het buitenland.

Eer, erkenning en status

Ik merkte na afloop dat iedereen er stil van was. We dachten wel dat het herkenbaar zou zijn, maar niet zó herkenbaar. Alex de Ronde van het Ketelhuis vroeg of ik iets had bijgeleerd. Ik zei: ‘Tot mijn eigen schrik geloof ik dat ik weinig heb bijgeleerd, maar het was angstig herkenbaar.’ Wel zag ik het ongelofelijke belang van eer en status voor die jongens. Het gaat ze niet alleen om geld, maar ook om erkenning. Ze zoeken en vinden in de misdaad een nieuwe familie. Vriendschap speelt een grote rol. Ze doen klusjes voor elkaar. Dat is misschien wel de grootste aantrekkingskracht voor hen.

Groot geweld

Schokkend van de film is dat je ziet hoe ontstellend onprofessioneel die jongens te werk gaan. Het blijkt een kleine stap die zij maken van kleine vergrijpen naar de georganiseerde misdaad. De grote misdadigers zijn naar dit soort jongens op zoek voor het vuile werk, en die jongens zoeken status en aanzien. Via de georganiseerde misdaad krijgen zij dat. Dan blijkt de stap naar groot geweld gevaarlijk klein. Zij gebruiken geweld vaak opvallend klunzig. Dat bleek vorig jaar december in het echt bij de grote schietpartij in de Staatsliedenbuurt, waarbij twee jongens van in de twintig stierven.

Twee witte mannen

Opvallend is ook dat de enige twee witte mannen in de film de kickboksinstructeur en de reclasseringsambtenaar zijn. De reclasseringsambtenaar staat mijlenver van die jongens af, en dat is ook voor ons confronterend. We spreken op het stadsdeel nog dagelijks over Wolf. De film raakt ons en houdt ons bezig.

Nooit opgeven

Een medewerker ‘jeugd en overlast’ vroeg ik of het moeilijk is soms niet moedeloos te worden. Hij zei: ‘Met de ontspoorde grote jongens kunnen wij als stadsdeel niet veel meer, maar we kunnen wel wat doen voor hun kleine broertjes en zusjes.’ En dat is ook precies waar we in investeren, bijvoorbeeld op het Columbusplein en het Karel Doormanplein. Wij hebben de mentaliteit van kleine stapjes vooruit en nooit opgeven; dat vormt de kracht van het team dat we hier in West hebben. Elke dag werken wij in die buurten op straat.

 

Martien Kuitenbrouwer

Martien Kuitenbrouwer

“Als stadsdeelbestuurder heb je te maken met alle grote, stedelijke probelemen, maar tegelijkertijd is een stadsdeel ook een soort dorp. Je praat niet alleen maar: je bent ook aan het doen. Dat vind ik erg belangrijk. Ik wil dat iedereen zich in West prettig en veilig kan voelen en dat kinderen, van jongs af aan,

Meer over Martien Kuitenbrouwer

Waar ben je naar op zoek?