Afschaffen stadsdelen is oneigenlijke partijpolitiek
De kogel is door de kerk. De wetswijziging om de stadsdelen af te schaffen is door de Tweede Kamer aangenomen. Het is een grote teleurstelling dat die er op het allerlaatste moment, op de laatste vergadering, door de demissionaire regering even doorheen gejast is.
De ‘politieke kop’ van deelraad met bestuur is nu per maart 2014 onmogelijk. Maar stadsdelen zijn niemands zeehond, ze zijn niet aaibaar. Mensen maken zich er niet druk over. Maar dit besluit betekent wel een grote en ingrijpende reorganisatie voor de stad. De gemeente Amsterdam wordt hierdoor al twee jaar na de fusies van veertien naar zeven stadsdelen in 2010 opnieuw gereorganiseerd. Daartoe is op oneigenlijke, nauwelijks onderbouwde en partij-ideologische motieven besloten. Bovendien vormt dit een grove inbreuk op de gemeentelijke autonomie waarvan het onduidelijk is wat die gaat opleveren. Niet voor niets was ook de Vereniging van Nederlandse Gemeenten hier tegen.
Waar bemoeit Den Haag zich mee?
Opvallend was dat de tegenstanders van stadsdelen bepaald niet uitblonken door een helder betoog. Volgens de woordvoerster van het CDA waren er ‘klachten van bedrijven’, de SP schermde vaag met een onderzoek, de PVV wilde er vooral geen woorden over vuilmaken en de VVD verwacht bij het opheffen naast ‘teleurstelling’ vooral veel ‘creativiteit’. Je vraagt je af waar ze zich mee bemoeien. Maar dat heb je wel vaker.
De uitgesproken voorstanders van stadsdelen, de PvdA, D66 en GroenLinks, stelden terecht het probleem van het besturen van een grote stad centraal. Want daar gaat het hier om. De SGP en de ChristenUnie vonden de ingreep in de gemeentelijke autonomie niet gerechtvaardigd omdat er geen probleem is.
We moeten verder
De overheid zou te groot zijn. Maar minister Spies zegt juist nu zelf dat de Nederlandse overheid, ook in vergelijking tot die in de Verenigde Staten en Groot Brittannië, al relatief klein is. De grote vraag blijft: Welk probleem wordt hier opgelost?
Wij moeten met deze waarheid verder. Het is aan de gemeenteraad om snel te komen met de contouren van een nieuw stelsel. Ook in het nieuwe stelsel zal het gaan om de deconcentratie van politieke macht en beleidsuitvoering binnen Amsterdam. De gemeente zal hoe dan ook gebiedsgericht werken. Je moet in een stad met 790 duizend inwoners werken aan integrale uitvoering per buurt. Ik verwacht daarom dat de zeven organisaties van de huidige stadsdelen in enige vorm blijven. Het wordt de komende tijd hard werken, maar het gaat lukken. Belangrijk is dat we laten zien wat onze kracht is. Ik heb er vertouwen in dat er een goed bestuurlijk stelsel voor de stad blijft.