Over de openbare ruimte
Amsterdam-West behoort tot de dichtstbevolkte delen van Nederland. Om het even in cijfers duidelijk te maken: Nederland heeft een oppervlak van 41.500 km2 en 16.690.000 inwoners, dus dat zijn gemiddeld zo’n 400 mensen per km2. Voor Amsterdam-West is dat 10 km2 en 130.000 inwoners. Dat zijn dus een *shocking* 13.000 mensen per vierkante kilometer! Of anders gezegd: iedereen in West maakt aanspraak op zo’n 75 m2. Als je dit vervolgens nog onderverdeelt in openbaar en privé, dan blijft er eigenlijk bar weinig over. Een belangrijke vraag is dus: hoe bewaken we samen de kwaliteit van deze ruimte?
De meeste ruimte die voor bebouwing bedoeld is, is in West ook wel bebouwd. Dat zal niet zo snel substantieel minder worden. Dit betekent dat de druk op de openbare ruimte, waar we dus allemaal aanspraak op maken, heel erg groot is en in de toekomst nog verder zal stijgen. Het is dan ook best vreemd te noemen, dat deze stad geen kwaliteitskaders kent, waarmee de aankleding van en ingrepen in de openbare ruimte kunnen worden bewaakt. Ter vergelijking: we kennen allemaal de welstandscommissie, die helpt de (uiterlijke) kwaliteit van de bebouwde omgeving te bewaken. Voor de openbare ruimte bestaat die niet, en dat is best vreemd. Het moet lekker werken zijn op de ambtelijke afdeling openbare ruimte!
Wat er nu gebeurt, is dat bij elke specifieke opgave voor een plein of plantsoen, dit kaderstellende werk opnieuw moet worden gedaan. Als het al wordt gedaan, want dat gebeurt zeker niet altijd. Het is overigens ondertussen wel zo dat stad en stadsdelen werken aan een globaal standaard profiel voor straten, en er is een bestand aan straatmeubilair waar de stadsdelen uit kiezen, ter bevordering van de uniformiteit.
Nou ben ik niet voor meer regels. Maar ik heb wel iets tegen dubbel werk. En wat ik echt nog veel belangrijker vind: bewaak die kwaliteit van die schaarse openbare ruimte. Op dit moment is dat echt lastig, het zou beter zijn als er iets zou zijn als een bewakingsdocument openbare ruimte. Daarin staan dan richtlijnen over waar o.a. naar gekeken moet worden, met wie, welke professionals daarbij nodig zijn, hoe programma en kwaliteit moet worden gewaarborgd, ook bijvoorbeeld in verhouding tot de omliggende openbare ruimte. Wellicht is ook een lijst van mogelijke kaders nodig, kaders die per project moeten worden scherp gesteld. Daarnaast vind ik een welstandscommissie voor openbare ruimte op dit moment in de stad minstens even relevant als voor de bebouwing. Voor de stad van de toekomst misschien nog veel meer.
Kaders maken het voor professionals (ontwerpers, procesbewakers etc.) en betrokkenen (bewoners, gebruikers etc.) duidelijker en dus is het makkelijker en sneller werken. Daarbij kan met deze kaders (en een commissie Openbare Ruimte) de politiek beter ter verantwoording worden geroepen, zeker als er met het belang van de (kwaliteit van de) openbare ruimte te makkelijk wordt omgesprongen. Zo kunnen we samen onze ruimte ontwikkelen en bewaken. En dat is in ons dichtbevolkte stadsdeel in ieders belang!