Handhaving horeca
De PvdA heeft vorige week dinsdag het horecabeleid in West aan de orde gesteld. De handhaving van het horecabeleid zorgt vaak voor verwarring. Dat komt doordat de aanvraag van een exploitatievergunning in het verleden niet altijd is getoetst aan het omgevingsplan. Sinds een paar jaar gebeurt dat wel na een uitspraak van de Raad van State in 2016.
Daardoor kan het dus zijn dat een horecazaak een terras heeft gebouwd en mag uitbaten, terwijl dat niet voldoet aan de regels die het stadsdeel op dit moment handhaaft. Bij de aanvraag voor een verlenging van een exploitatievergunning wordt dan vaak gekeken of een terras wel of niet legaal kan blijven voortbestaan. Dat zorgt voor onzekerheid, zowel bij omwonenden die overlast ervaren, als bij ondernemers die niet weten of en hoe ze met hun bedrijf verder kunnen.
PvdA-Fractievoorzitter Koen van der Gaast stelde daarom een aantal vragen om meer duidelijkheid te krijgen over de besluitvorming omtrent de legalisatie van terrassen. Koen wilde weten wanneer het stadsdeel ingrijpt als vergunningen botsen met het omgevingsplan en waarom er niet actief wordt gehandhaafd.
Het antwoord van het dagelijks bestuur was dat er te weinig mensen zijn om de 450 terrassen in West constant in de gaten te houden. Wel zegde het bestuur toe dat zal worden gekeken of actiever gereageerd kan worden op overlastmeldingen en dat bewoners zullen worden geïnformeerd over het nieuwe beleidskader horeca dat op zijn vroegst eind dit jaar in gaat.
