Wat als het jouw moeder zou zijn?
Vorig jaar is mijn moeder overleden aan kanker. Door die ervaring heb ik zelf meegemaakt hoe onpersoonlijk het zorgsysteem en instituties zijn geworden. Ik pleit er daarom voor om minder naar regels te kijken en meer te luisteren naar de mensen die zorg en ondersteuning nodig hebben.
Dat lijkt een open deur, maar dat is het helaas niet. De gemeente krijgt straks allemaal nieuwe zorgtaken. Dat is hét moment om het anders te doen. We zouden onszelf vaker de vraag moeten stellen: wat als het om mijn moeder zou gaan? Mijn kind? Ikzelf? Dan zouden we beter luisteren naar wat mensen zelf willen, hun zeggenschap vergroten en professionals meer ruimte geven dat te ondersteunen.
Vooral de laatste maanden werd mijn moeder afhankelijker van allerlei hulpmiddelen: een rolstoel, een bed voor in de woonkamer. Je belandt dan in een woud van formulieren, doktersverklaringen en indicaties. Terwijl ik gewoon die rolstoel voor mijn moeder wilde zodat we er nog samen op uit konden en dat bed omdat ze de trap niet meer op kon. We kregen het wel maar wat was een gedoe om het te krijgen. Maar als ik dan in de Volkskrant (‘Ze lag drie weken op haar rug’ 10 jan 2014) lees over de ervaringen van de Amsterdamse ergotherapeut Tiska Ikking, dan hadden wij nog geluk.
Wat opvalt in het artikel is dat er vooral problemen ontstaan als je niet precies in een bepaald hokje past. Zoals de mevrouw die met fysiotherapie geholpen zou zijn maar die door schulden geen aanvullende verzekering kan krijgen en het dus ook niet zelf kan betalen. Zij is aangewezen is op een driewielfiets – een duur hulpmiddel. Een hulpmiddel waarvoor vervolgens weer een indicatie moet komen van een onafhankelijk bureau. En dan kan het nog maanden duren voordat de fiets er is. In de tussentijd kan deze mevrouw geen kant op. Dat is toch van de zotte, zou je denken.
De enige die in dit voorbeeld bovengenoemde mevrouw nog als mens ziet is de ergotherapeut. Bij de verzekeraar, het indicatiebureau en in diens verlengde dus ook de gemeente lijkt men zich vooral te richten op regels en financiële houdbaarheid. Dit zorgt er alleen maar voor dat mensen totaal gefrustreerd raken, dat kosten toenemen en de kwaliteit van de zorg afneemt. Dat kan en moet anders. Daar wil ik me straks, samen met de stadsdelen, voor inzetten in de gemeenteraad.
We moeten niet redeneren vanuit wantrouwen of vanuit regels maar vanuit vertrouwen en oog voor mensen. Zoals je ook voor je eigen moeder zou doen.
Carolien de Heer is duo-raadslid van de PvdA Amsterdam West en kandidaat-gemeenteraadslid (9) van de PvdA Amsterdam.